Naar inhoud springen

Lijn 2 (metro van Milaan)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
metrolijn

Linea verde

Lijn 2
Statistieken
Geopend 4 oktober 1969
Lengte 40,4 km
Aantal stations 35
bovengronds: 18
ondergronds: 17
Eindpunten Assago Milanofiori Forum / Abbiategrasso
Cologno Nord / Gessate
Spoorwijdte 1435 mm
Stroomsysteem 1500V = (bovenleiding)
Overige lijnen
    
Portaal  Portaalicoon   Openbaar vervoer

Lijn 2 is een metrolijn in de Italiaanse stad Milaan die in 1969 werd geopend. De lijn verbindt de dorpen in het Addadal, ten noordoosten van Milaan, met de zuidelijke woonwijken en bedrijfsterreinen via een traject langs de spoorwegstations van Milaan.

In 1878 opende de interlokale stoomtram tussen Milaan en Vaprio d'Adda via Gorgonzola. Deze dienst verbond diverse dorpen in het dal van de Adda met het centrum van Milaan. In 1926 werd besloten om over te gaan op elektrische tractie met een bovenleidingsspanning van 1200 V =. Vanaf 1928 werd met elektrische trams gereden en op 1 juli 1939 kwam de exploitatie in handen van het Milanese stadsvervoersbedrijf ATM. In 1952 werd een uitgewerkt plan voor een metronet met vier lijnen ingediend dat in 1955 door de gemeente Milaan werd goegekeurd. Lijn 2 van het plan moest vooral de verschillende spoorwegstations aan de noord- en westrand van de binnenstad verbinden[1]. De aanleg van lijn 1, die in het oosten van de stad een deel van de route van de interlokale tram volgt, betekende dat de tramlijn in 1957 aan de stadskant werd ingekort tot de Piazza Aspromonte iets ten oosten van Loreto. De interlokale tram naderde destijds ook de grenzen van haar capaciteit en kreeg bovendien last van het toenemende autoverkeer. De ATM kwam daarom met een voorstel om de interlokale tram buiten de stad op een vrije baan te leggen, hetgeen in 1959 door het ministerie van verkeer werd goedgekeurd. Het plan om de lijn door te trekken tot Bergamo werd, onder druk van de luchtvaartsector die luchtdiensten tussen Milaan en Bergamo wilde onderhouden, niet uitgevoerd zodat Gorgonzola het oostelijke eindpunt werd.

De vrije baan voor de interlokale tram werd gebouwd tussen 1962 en 1968 terwijl vanaf eind 1964 werd gewerkt aan de metrolijn langs de Milanese stations. De vrije baan werd op de westelijke oever van de Lambro langs de Via Palmanova gelegd tot de tramremise bij de Piazza Sire Raul, ten oosten van de Lambro loopt de vrije baan langs de noordrand van de dorpen die al door de stoomtram werden bediend. Tijdens de bouw werd besloten om de interlokale tram te integreren in het metronet. Ten noorden van het beoogde oostelijke eindpunt van lijn 2, Udine, werd hiertoe een helling gebouwd tot aan de vrije trambaan zodat beide lijnen in elkaars verlengde kwamen te liggen. De interlokale tram reed vanaf 5 mei 1968[2] over de vrije baan en op 27 september 1969[3] ging de reizigersdienst op het eerste deel van lijn 2 van start. Het centraal station werd op 27 april 1970 aangesloten en station Garibaldi volgde ruim een jaar later. Het baanvak tot Cadorna FN kon niet met de wanden-dakmethode worden gebouwd in verband met de dichte bebouwing. Het in 1960 in ruwbouw gebouwde Cadorna FN bleek te laag voor de exploitatie met bovenleiding zodat aanpassingen nodig waren en lijn 2 pas in 1978 Cadorna FN bereikte. In 1976 werd de route ten zuiden van Cadorna herzien om ook station Porta Genova een aansluiting op de metro te geven. Vervolgens is de lijn aan beide zijden meerdere malen verlengd.

Reizigersdienst

[bewerken | brontekst bewerken]

De stroomvoorziening van lijn 2 loopt in tegenstelling tot lijn 1 via pantografen en een bovenleiding net als bij de interlokale tram[4]. In 1969 was het rollend materieel voor lijn 2 nog niet afgeleverd zodat rood-witte metrostellen van lijn 1 werden ingezet. Hiertoe werden de pantografen gebruikt die normaal gesproken alleen in de werkplaatsen werden ingezet, bovendien werden de motoren paarsgewijs in serie geschakeld zodat de 1200 V gebruikt kon worden voor de motoren die geschikt zijn voor een maximale spanning van 750 V. Op 8 november 1971 waren er voldoende metrostellen met 1500 V motoren beschikbaar voor de dienst op lijn 2 en konden de “geleende” stellen weer naar lijn 1. In de periode 27 september 1969 – 4 december 1972 reden trams en metro's door elkaar op de vrije baan langs de Via Palmanova, reizigers tussen Gorgonzola en het centrum moesten in Cascina Gobba overstappen. Op 4 december 1972 was er voldoende materieel om de dienst tussen Garibaldi en Gorgonzola als metro te onderhouden en werden de trams uitgerangeerd. De spanning op de bovenleiding werd daarna verhoogd tot 1500 V en de reizigers konden vanaf toen zonder overstappen van Gorgonzola naar het centrum en terug. Als depot werd de oude tramremise bij Gorgonzola omgebouwd, voordien werd het materieel via de verbindingssporen tussen Caiazzo en Pasteur van en naar het depot van lijn 1 gewisseld.

Aftakkingen Hoofdlijn Overstappunt Foto * Type Geopend Ligging Opmerkingen
Assago Milanofiori Forum Loods 20 februari 2011 45° 24′ 0″ NB, 9° 08′ 2″ OL
Assago Milanofiori Nord Loods 20 februari 2011 45° 24′ 34″ NB, 9° 09′ 0″ OL
Abbiategrasso ondiep gelegen zuilenstation 17 maart 2005 45° 25′ 49″ NB, 9° 10′ 40″ OL
Famagosta Famagosta ondiep gelegen zuilenstation 1 november 1994 45° 26′ 12″ NB, 9° 10′ 5″ OL
Romolo ondiep gelegen zuilenstation 13 april 1985 45° 26′ 39″ NB, 9° 10′ 3″ OL
Porta Genova FS kuip 30 oktober 1983 45° 27′ 9″ NB, 9° 10′ 11″ OL
Sant'Agostino ondiep gelegen zuilenstation 30 oktober 1983 45° 27′ 30″ NB, 9° 10′ 11″ OL
Sant'Ambrogio ondiep gelegen zuilenstation 30 oktober 1983 45° 27′ 42″ NB, 9° 10′ 24″ OL
Cadorna FN ondiep gelegen zuilenstation 1 november 1964 45° 28′ 5″ NB, 9° 10′ 36″ OL
Lanza dubbelgewelfdstation 3 maart 1978 45° 28′ 19″ NB, 9° 10′ 55″ OL
Moscova ondiep gelegen zuilenstation 3 maart 1978 45° 28′ 40″ NB, 9° 11′ 4″ OL
Garibaldi FS
ondiep gelegen zuilenstation 12 juli 1971 45° 29′ 0″ NB, 9° 11′ 16″ OL
Gioia ondiep gelegen zuilenstation 12 juli 1971 45° 29′ 6″ NB, 9° 11′ 41″ OL
Centrale FS ondiep gelegen zuilenstation 27 april 1970 45° 29′ 5″ NB, 9° 12′ 11″ OL
Caiazzo ondiep gelegen zuilenstation 27 september 1969 45° 29′ 7″ NB, 9° 12′ 33″ OL
Loreto ondiep gelegen zuilenstation 1 november 1964 45° 29′ 5″ NB, 9° 12′ 54″ OL
Piola ondiep gelegen zuilenstation 27 september 1969 45° 28′ 52″ NB, 9° 13′ 34″ OL
Lambrate FS ondiep gelegen zuilenstation 27 september 1969 45° 29′ 3″ NB, 9° 14′ 6″ OL
Udine ondiep gelegen zuilenstation 27 september 1969 45° 29′ 28″ NB, 9° 14′ 13″ OL
Cimiano maaiveld 27 september 1969 45° 29′ 60″ NB, 9° 14′ 29″ OL
Crescenzago maaiveld 27 september 1969 45° 30′ 19″ NB, 9° 14′ 54″ OL
Cascina Gobba Cascina Gobba viaductstation 5 mei 1968 45° 30′ 41″ NB, 9° 15′ 38″ OL
Cologno Sud viaductstation 7 juni 1981 45° 31′ 13″ NB, 9° 16′ 30″ OL
Cologno Centro viaductstation 7 juni 1981 45° 31′ 39″ NB, 9° 16′ 59″ OL
Cologno Nord maaiveld 7 juni 1981 45° 32′ 3″ NB, 9° 17′ 28″ OL
Vimodrone uitgraving 5 mei 1968 45° 30′ 57″ NB, 9° 17′ 10″ OL
Cascina Burrona maaiveld 5 mei 1968 45° 31′ 2″ NB, 9° 17′ 53″ OL
Cernusco sul Naviglio uitgraving 5 mei 1968 45° 31′ 16″ NB, 9° 19′ 51″ OL
Villa Fiorita maaiveld 5 mei 1968 45° 31′ 14″ NB, 9° 20′ 46″ OL
Cassina de' Pecchi viaductstation 5 mei 1968 45° 31′ 19″ NB, 9° 21′ 47″ OL
Bussero maaiveld 5 mei 1968 45° 31′ 32″ NB, 9° 22′ 33″ OL
Villa Pompea maaiveld 5 mei 1968 45° 31′ 41″ NB, 9° 23′ 8″ OL
Gorgonzola maaiveld 5 mei 1968 45° 32′ 12″ NB, 9° 24′ 13″ OL
Cascina Antonietta Loods 13 april 1985 45° 32′ 32″ NB, 9° 25′ 25″ OL
Gessate Loods 13 april 1985 45° 32′ 43″ NB, 9° 26′ 12″ OL

* De sorteerwaarde van de foto is de ligging langs de lijn